“Eindelijk hebben we gepraat over de onderwerpen die er werkelijk toe doen”
"Ik ben blij dat we de focus nu verlegd hebben naar de toekomst. Dit geeft weer nieuw perspectief.”
“Ik had me niet eerder gerealiseerd dat een onafhankelijke derde zó het verschil kan maken”

Collega-maat burn-out?

De medisch manager van een maatschap belt me over het volgende. Hun collega-maat Martijn (fictieve naam) begint binnenkort te re-integreren, na een half jaar afwezigheid vanwege burn-out.

De reden voor hun telefoontje is dat ze Martijn goed willen ontvangen en voorkomen dat hij nog een keer uitvalt. Als ik doorvraag, heeft de uitval van Martijn ook wel wat vragen en irritatie opgeleverd. Hoe heeft hij dit kunnen laten gebeuren (“we lopen allemaal op ons tandvlees”) en waarom heeft hij al die tijd zo weinig van zich laten horen? Ze willen dit op een goede manier met elkaar bespreken.

Burn-out of een dreigende burn-out kom ik helaas vaak tegen bij vakgroepen. Dat een vakgroep hier actief mee aan de slag gaat is een stuk origineler. Vaker wordt het genegeerd of verdrongen, in het kader van “we hebben het al druk genoeg”, “te spannend” en “niet zo soft”.

Een burn-out is vreselijk voor degene (hier de collega-maat) die het overkomt. Collega’s die het niet meegemaakt hebben, kunnen het niet echt begrijpen, ook al doen ze hun best. In een maatschap hebben de collega’s zelf vaak ook de grootste moeite om alle ballen hoog te houden. En ondanks de beste bedoelingen raken zij toch geïrriteerd. Hoe lekkerder je in je vel zit, hoe meer begrip en empathie je kunt hebben voor een ander – en dat is na een aantal maanden buffelen vaak op een laag pitje geraakt.

Hoe ga je om met een zieke, langdurig afwezige maat? Wie houdt contact? Wanneer kan je een terugkeer verwachten, zodat je zelf weer eens een vakantie kan plannen en genieten van ongestoorde weekenden? En tijdens re-integratie; hoe bespreek je de impact van de afwezigheid met elkaar? De irritatie, het onbegrip? En ook; hoe kan je als groep voorkomen dat dit nog een keer gebeurt?

Dat maatschappen mij vragen hen hierin te begeleiden, vind ik een enorm compliment voor henzelf. Een teken dat ze zorgen voor elkaar, het heel spannend vinden om dit aan te kaarten en de sfeer in de groep zo belangrijk vinden dat ze dit zorgvuldig willen doen.

Aan de telefoon vertel ik dat mijn aanpak systemisch is; gedrag wordt voor een groot deel bepaald door iemands omgeving, wat je systeem kunt noemen. Systemen zijn bijvoorbeeld je gezin van herkomst, je huidige thuisfront en je werkomgeving. In alle systemen neem je een eigen positie in en je gedrag en rol wordt mede bepaald door hoe degenen om je heen zich gedragen en op jou reageren.

Het elegante van deze aanpak vind ik dat het ontschuldigt. Er is niet één zwart schaap in een groep, want diens gedrag wordt medebepaald door de rest van de groep. En daarmee heeft iedereen de mogelijkheid en verantwoordelijkheid om er iets aan te veranderen.

Vervolgens heb ik eerst een apart gesprek met elk vakgroep lid. Waarin ik belevingen en visies hoor. Wat al geprobeerd is, waar voor gevreesd wordt in het gesprek en wat als mogelijke oplossing gezien wordt. Deze informatie, die ik van iedereen krijg, houd ik voor mezelf en geeft mij aanknopingspunten voor het gezamenlijke gesprek.

De eerste ochtend is iedereen op tijd aanwezig (al bijzonder ;)! Het is duidelijk dat iedereen zich zorgen maakt over wat ze zelf gaan vertellen en hoe Martijn zal reageren.
Ieder deelt hoe hij/zij de afgelopen periode beleefd heeft. Wat hem of haar vooral geraakt heeft; zowel persoonlijk als welk gedrag van Martijn.

We bespreken welke onderlinge verschillen elkaar begrijpen soms zo moeilijk maakt – en ook de specifieke kracht van iedere collega. En hoe je dat laatste zo goed mogelijk kan benutten in de vakgroep.
Er wordt op den duur steeds meer gereflecteerd op ieders gedrag en rol in de afgelopen periode, men durft zich kwetsbaar op te stellen en ik zie de ontspanning ontstaan.

Aan het einde van de ochtend worden “schone lei” en “opluchting” genoemd. Ook respect voor Martijn, die veel aan heeft moeten horen, open is blijven luisteren en niet in de verdediging is geschoten.

De keer daarop hebben we een halve dag besteed aan het bestendigen van dit gevoel. Door middel van onderzoeken naar wat ze van elkaar kunnen en willen verwachten om een volgende burn-out (bij wie dan ook) te voorkomen, zich te realiseren wat al heel goed gaat (en daar meer van doen) en het oefenen met eerder/ vaker met elkaar communiceren over ook lastige onderwerpen.

Zie ook: meer voorbeelden afgeronde (korte) trajecten

Als je dit herkent, een collega-maat hebt met een burn-out (of andere reden voor langere afwezigheid) en even wil overleggen over je eigen vakgroep, bestuur of team: bel me

Gabrielle Vergroesen | info@vergroesenmediation.nl

tel. 020 – 8896585 (kantoor) of 06 – 23260091 (mobiel)

“We don’t have to do all of it alone. We were never meant to be”.

Brené Brown, hoogleraar aan de Universiteit van Houston, onder meer bekend van haar TED talk “The Power of vulnerability”.

Even overleggen?

Of bel direct naar :